top of page

INLEIDING

Kunst en geld versus succes en vrijheid. Geld en vrijheid versus kunst en succes. Kan het ook kunst, geld, succes en vrijheid tegelijk zijn? Is dat mogelijk? Of moet je als kunstenaar kiezen tussen deze dingen? 

 

Toen ik begon aan het schrijven van deze scriptie, vond ik het heel moeilijk om te duiden wat ik precies wilde bereiken. Ik ben gaan schrijven vanuit een vorm van frustratie, een gevoel van afwijzing. Misschien niet het beste begin, maar toch. Ik had moeite om te begrijpen waarom bepaalde vormen van kunst zo ontzettend veel meerwaarde hebben gekregen boven anderen. Ik had moeite met de kloof die ik voelde tussen mijn idee van wat een kunstenaar is en wat een illustrator is. Ik heb altijd moeite gehad met de twee te zien als hetzelfde, maar snapte niet altijd waarom. 

 

Het jaar voor ik begon aan de illustratie opleiding op ArtEZ was ik heel erg bezig om op een commerciële manier mijn tekeningen te verkopen en een zo’n groot mogelijke winstmarge te bereiken. Ik deed onderzoek naar welke tv series en films populair waren en baseerde wat ik maakte op criteria die ik nauwkeurig uit vragenlijsten had opgemaakt. Ik deed uitgebreid marktonderzoek en pitchte al mijn ideeën aan mijn vader, die als een soort marketing en telecommunicatie guru mij bij had gebracht dat je pas moest investeren als je wist dat je terug kon krijgen wat je erin stak. 

 

Ik bouwde een grote groep volgers op (rond de 10.000 mensen) op een specifiek platform dat precies toegespitst was op de tv series en films waar ik werk over maakte. Het ging mij op dat moment alleen minder om mijn artistieke ontplooiing en meer om bedrijvigheid, om ervoor te zorgen dat mijn publiek bleef groeien. Daarnaast maakte ik natuurlijk ook wel werk dat puur voor mezelf was en niet persé voor een publiek, maar ik was nog steeds gericht bezig. Ik maakte niet, ik produceerde. Nieuwe vormen van weergeven kregen alleen maar ruimte als ik er wat aan kon verdienen. Dat betekende natuurlijk niet dat ik de werken die ik maakte niet leuk vond, alleen dat ik mijn tijd liever besteedde aan werken die ook nog een ander doel hadden, het vergroten van mijn bekendheid op het platform, of geld verdienen.

 

Een jaar daarvoor was ik voor mijn gevoel wel iets vrijer, iets idealistischer en uitgesprokener met mijn mening (of deze nu politiek of persoonlijk was), maar dat werd op een andere academie niet op alle vlakken gewaardeerd. Het voelde als een plek waar elke uiting binnen mijn werk toegankelijk moest zijn, onpartijdig en niet gebaseerd op wat ik zelf vond. Of dat me gevormd had tot iemand die het moeilijk vond om werk te maken voor mijzelf, vind ik nog steeds ingewikkeld om te zeggen. Het voelde in ieder geval makkelijker om me aan te passen aan de bestaande orde en te maken waar ik het meeste profijt van zou hebben. Want dan hoefde je  niet na te denken over de invloed van je werk. 

 

Misschien was ik altijd al zo, misschien niet. Het was uiteindelijk makkelijker om niet meer na te hoeven denken. Ik begon me obsessief te storten op karakters en verhalen binnen populaire media en daar dan veel werk over te maken. Ik gaf mezelf en werkte aan een soort fictieve opdracht: Maak zo veel mogelijk werk, stuur dit de wereld in (goed of slecht), bereik zo veel mogelijk mensen en wordt zo populair en verdien er aan.

 

Maar die beperkte, fictieve opdracht riep op den duur vragen op. 

 

Wilde ik altijd zo blijven? Daar had ik al redelijk snel antwoord op. Nee. Ik ben geen machine, mijn werk is beter als ik het onderwerp leuk vind of als ik een passie voor het onderwerp. Ik wil mij niet verliezen in die commercialiteit want dan wordt de kwaliteit van mijn werk ook gewoon lager. Toch? Want passie gaf, merkte ik, meerwaarde aan het werk. Toch? Conflict. Verwarring. 

 

Ik betrapte mezelf steeds vaker op het maken van werken waar ik niet achter stond, puur en alleen omdat het zou passen bij het andere werk en zo de mensen zou bereiken die het andere ook leuk vonden. De kwaliteit leed daar onder. De boodschap was niet meer, ‘laten we dit ding dat we allemaal leuk vinden delen’, het was ‘Hier heb je iets waarvan ik denk dat jij het leuk zal vinden, maar ik zelf vind er weinig aan.’ Dus ik stopte daar mee. Ik ging niet meer op zoek naar die fictieve opdracht die me eindeloos succes zou bieden. Mijn werk kreeg meer toegevoegde waarde, omdat ik gewoon ging maken wat ik zelf leuk vond. Dat was de nieuwe boodschap: ‘Ik vind dit leuk. Als jij dit toevallig ook leuk vind, dan is het mooi meegenomen.’ 

 

 Ik heb hier veel van geleerd, vooral wat ik niet meer wil doen. Het moet allemaal natuurlijk wel leuk blijven. 

 

Op ArtEZ wordt er een grote streep gezet onder ‘Human Matters’. De nadruk en aandacht ligt vooral bij maatschappelijke betrokkenheid en het gebruik van kunst voor een maatschappelijk doel of met een boodschap. Maar ik houd ook van werken maken die niet altijd een maatschappelijk doel hoeven hebben… maakt mij dat dan een ‘slechte’ ArtEZ-enaar? Gewoon een hobbyist of iemand die het niet in zich heeft om een kunstenaar te worden? ‘L’art pour l’art’, zoals Théophile Gautier het in 1835 zei. Kunst omwille de kunst. Dat bestaat natuurlijk ook gewoon. 

 

 

Maar stel ik krijg een opdracht over iets waar ik niet zo veel mee heb, ben ik dan wel in staat om goed werk te leveren? Is mijn werk dan nog steeds wel goed? Ben ik dan niet weer die machine? Moet ik het alleen doen voor de passie of mag ik ook streven naar rijkdom en succes? Kan kunst hand in hand gaan met een commerciële blik of stoten ze elkaar af? Zo veel vragen en elke keer kom ik met andere antwoorden en bevindingen die elkaar weer nietig maken. Het is een soort yin-yang, aantrekken en afstoten. 

 

Kunst en commercie zijn intrinsiek verbonden, maar of ze elkaar positief of negatief beïnvloeden is een kwestie van mening. Een mening die per kunststroming in de geschiedenis constant verandert van welles naar nietes naar welles. Kunst is namelijk al zijn hele geschiedenis verbonden met commercie, is het niet om commercie in stand te houden dan is het wel om commercie af te breken of tegen te gaan. De grote meesters werkten in opdracht.  De Arts & Crafts beweging begon  om de ‘mooie’ dingen terug te brengen naar het volk en kunst in de katholieke kerk voelde soms als een hele grote marketing campagne voor het woord van de Heer. Wilden DADA en Surrealisme niet juist schoppen tegen het grote geld en laten zien dat het ook zonder kon? Dalí is de bekendste surrealist, maar tegelijk ook een van de commercieelste kunstenaars in de geschiedenis. Hoe gaat dat dan samen? Hoe kan dat?

 

Deze vragen bleven en blijven door mijn hoofd spoken en roepen ook weer nieuwe op. Waar past de illustrator in het grote plaatje? Zijn kunstenaar en illustrator überhaupt wel hetzelfde? Want daar begin je op den duur ook wel aan te twijfelen. De een vindt een illustrator een kunstenaar, de ander een ambachtsman. Er is overal overlap, er zijn overal dwaalsporen en paden die elkaar doorkruisen. Het is allemaal super ingewikkeld, maar dit weet ik wel:

 

Het is een gevoelsprincipe gebaseerd op een historie van opbouwen en afbreken. De een stelt dat creatieve vrijheid het hoogste goed is en dat geld niet een motiverende factor mag zijn, de ander dat je super veel geld en dus artistieke vrijheid kan krijgen met het tijdelijk inleveren van diezelfde vrijheid. Weer een ander vindt dat artistieke vrijheid en geld helemaal niets met elkaar te maken hoeven hebben. Kunst als ultieme zelfexpressie versus quid pro quo versus een hele duidelijke scheidslijn. 

 

Ik wil gewoon leuke ansichtkaarten kunnen maken en misschien een kinderboek over katten, omdat ik dat leuk vind. Niet omdat het moet maar omdat het kan, zoals de Tele2 reclames zeggen. Is het dat ik niet pas in het plaatje dat onze school wil scheppen? Als ik mee ga in de Human Matters mindset, ben ik dan voor mijzelf bezig of ben ik mij dan weer aan het voegen naar wat anderen van mij willen en verwachten? Wat nou als ik een illustrator wil zijn die niet inlevert maar gewoon helemaal doet wat ze zelf wil en daar dan heel succesvol mee wordt? 

 

Kan het zo zijn, dat niet alles baanbrekend en vernieuwend en maatschappelijk hoeft te zijn, maar dat je werk ook impact kan hebben als je gewoon je ding doet? Waarom zou ik dan automatisch een soort sell-out zijn? In het boek “The Art Market” stellen enkele fine-art studenten in Los Angeles dat je pas kunstenaar bent als je een goed concept hebt en dat als je dat niet vindt, je niet beter bent dan een illustrator of een huichelaar. Die zetten ze in hetzelfde straatje. Dat is toch raar?

 

En daarom dit verslag. Ik wil voor mijzelf nou eens eindelijk antwoord krijgen op al die vragen, want van binnen voel ik alsof ik het nu wel weet, maar onderbouwen is hele andere koek. Ik wil commercieel zijn, maar niet te commercieel. Ik wil betrokken zijn, maar ook vrij. Ik wil geld verdienen, maar niet mijn artistieke vrijheid inleveren. Ik wil alles doen, zonder te voelen alsof ik mezelf in een hokje moet plaatsen om succesvol te worden, maar om dat te doen moet ik wel weten hoe die commercialiteit en kunst nou écht verbonden zijn. 

 

We kennen allemaal wel die mensen die zeggen dat je verandert als je succesvol bent. We kennen de mensen die kunstenaars als van Gogh ophemelen, omdat ze zo ‘depressief en arm’ waren, maar toch zulke prachtige werken maakten. En we kennen ook wel die mensen die niet snappen waarom een Pollock zo veel waard is. Want een kleuter kan het toch ook, maar dan met meer glitter.

 

Hoe kwamen kunstenaars aan de bak in voorgaande eeuwen? Hoe verdienden de grote meesters hun geld? Leverden zij in of vormde de wereld zich naar hun beeld? Waarom zijn bepaalde werken zo waardevol geworden? Als je kunst loskoppelt van zijn ‘artistieke’ betekenis, wat blijft er dan nog over? Iedereen kan zich kunstenaar noemen. Iedereen kan iets maken en het ‘kunst’ noemen. Hoe kan een vastgeplakte banaan op een kunstbeurs zo ontzettend veel waard zijn? Leuke dingen maken is niks waard lijkt het. Illustratoren worden chronisch onderbetaald en lijken dit zelf in stand te houden. Waarom? Om die artistieke vrijheid te bewaken? Die afschuw voor commercie, waar komt die toch vandaan?

 

Had en kan kunst bestaan zonder commercie? Dat is de hoofdvraag die ik wil beantwoorden met deze scriptie. En als ik dan antwoord kan geven op al die andere vragen is dat natuurlijk gigantisch tof. 

 

De opbouw van mijn onderzoek is als volgt: Ik ga door middel van een reis door de tijd kijken naar de relatie tussen kunst en geld, artistieke vrijheid en succes en bewegingen in de kunst die een grote impact hebben gehad op de positie van kunstenaars (op sociaal en economisch vlak). Ik begin aan het eind van de middeleeuwen en werk door tot in onze tijd. Ik kijk dan vooral naar kunstenaars die worden beschouwd als de ultieme meesters van hun tijd en de mensen en financiële invloeden op de achtergrond die deze kunstenaars ondersteund hebben en zo direct of indirect impact hebben gehad op de kunstwereld. Ik bekijk de belangrijkste bewegingen binnen de kunst en onderzoek hun relatie met commercie, om er zo achter te komen of het überhaupt mogelijk is om in 2020 een kunstenaar te zijn zonder de invloed van commercie. 

 

Ik vind het belangrijk om hier naar te kijken, omdat ik een ontzettende hekel heb aan het ‘starving artist’ stereotype en aan de gesprekken en angsten over dat ‘zwarte gat’ waar je zogenaamd volgens menigeen sowieso in terecht komt na een kunstopleiding, omdat niemand wil betalen voor je werk. Dat je je niet mag aanpassen aan de publieke trends, omdat je dan een ‘sell out’ bent, terwijl heel veel grote illustratoren en kunstenaars nu hetzelfde lijken te maken. De manier waarop commercieel zijn taboe lijkt, maar de bekendste kunstenaars miljoenen op de bank hebben staan. Dat een vastgeplakte banaan nu door de crème de la crème van de kunstmarkt wordt gezien als meer waardevol dan een werk waar jaren op is gezwoegd. Waar ligt die grens? En kan ik hem vinden? En als ik hem dan heb gevonden, vind ik dan ook automatisch de formule voor succes?

Deze scriptie is opgebouwd uit interactieve zalen die corresponderen met de hoofdstukken. Wil je direct toegang krijgen tot de gehele tekst, met linkjes naar internetbronnen, klik dan op 'inhoudsopgave'. Als je wil navigeren in de zalen, klik dan op de knop museum. Wegens de restricties van Wix zijn footnotes niet mogelijk. Deze zijn wel te vinden in het originele PDF document en kan ik aanleveren als hier behoefte aan is. In de museumzalen zijn bronnen niet gelinkt, wederom door restricties van Wix. 

bottom of page